WONEN IN ITALIË – Een hard leven

Het heeft eindelijk geregend. Eén keer was het alleen een onweersbui en één nacht regende het ongeveer van één tot zes. De volgende dag scheen de zon weer, maar wat voelde alles fris aan. Nooit gedacht dat ik nog eens zo blij met regen zou zijn.

De afgelopen week ben ik met twee heel verschillende vrouwen van hier op stap geweest. Met Piera, 52, postbode, getrouwd met een carabiniere en moeder van een zoon.

De ander was de even oude Rosalba, eigenaresse van de kapperszaak en voorzitter van de kring van vrouwelijke ondernemers Cuneo. Getrouwd, maar in de vorm van een lat-relatie, geen kinderen.

Mede door het contact met deze twee nieuwe vriendinnen snap ik weer ietsje meer van het leven hier.

Dat leven is voor veel mensen behoorlijk hard. Wat ben ik dan verwend. Komende van een andere planeet vroeg ik bv. regelmatig aan dorpsgenoten of ze nog op vakantie gingen. Maar hier gaan maar heel weinig mensen weg. En als ze gaan, is het vaak maar een paar dagen.

Het begint mij eigenlijk pas nu te dagen dat de meeste inwoners hier, boeren met landbouwgrond en wat dieren, juist in de zomer heel hard moeten werken. De tarwe, de mais, de aardappelen, de hazelnoten, alles moet nu worden binnengehaald.

De anderen, die van het toerisme leven, werken zich helemaal een slag in de rondte. "Christina ik moet iedere dag alleen al zes kamers schoon maken" zuchtte een dorpsgenoot die ook in de bar werkt.

Met Piera ga ik winkelen in Albisola, aan de kust.

In de auto vertelt ze mij over haar jeugd. Hoe ze altijd na school haar moeder op het land moest helpen. Haar vader was vroeg overleden. Haar moeder en zij deden alles samen: zaaien, wieden, oogsten en dat toen ook nog allemaal met de hand.

Ook Grazia vertelde mij onlangs iets over haar jeugd dat ik schokkend vond. We reden langs grote hazelnoot-boomgaarden. "Toen ik dertien was lag ik hier iedere middag na school op mijn knieën hazelnoten te rapen" vertelt ze. "Het geld dat ik daarmee verdiende, hadden we thuis hard nodig. Zo heeft mijn zus Teresa haar knieën geruïneerd."

De dag nadat ik met Piera naar Albisola ben geweest, ga ik met Rosalba op stap. We kwamen er tijdens een knipbeurt achter dat we er allebei van houden stadjes te bekijken. Zij kent er ook zoveel hier in de buurt waar je altijd voorbij rijdt.

Onze eerste uitstap samen gaat naar Millesimo, een kilometer of 15 van Mombarcaro vandaan. Al meteen op de heenweg wijst ze me op een prachtig kasteel in het dal dat ik nog nooit eerder had opgemerkt.

We gaan eerst een hapje eten. Ze brengt me naar een vakantiepark met een groot restaurant. Onder het eten hebben we het over bepaald vrouwengedrag en legt Rosalba me uit wat daarvan de achtergrond is. Ook vertelt ze me hoe het komt dat zoveel mannen met vrouwen uit Zuid-Italië zijn getrouwd.

"Vanaf de jaren '60 wilden de vrouwen van hier geen boer meer trouwen. Ze wilden een arbeider die in een fabriek werkte en iedere maand met een vast salaris thuis kwam."

Ze vervolgt: "Dus trokken de mannen van hier naar Calabrië of Campania om daar een meisje te zoeken. Er gingen foto's rond van nichtjes of vriendinnetjes van deze nichtjes en zodra een man die een vrouw zocht het wel een aardig gezichtje vond, trok hij naar het zuiden om zijn bruid op te halen."

Ik luister verbijsterd. Ik zie meteen een aantal vrouwen uit Mombarcaro voor me.

"Voor veel meisjes was het een nachtmerrie" gaat Rosalba door. "De families waren vaak arm en waren allang blij als er iemand uit het rijke noorden kwam om hun dochter te trouwen." De meisjes vertrokken dus met een volkomen vreemde naar een totaal nieuwe streek, meer dan 1000 km. van huis.

Terwijl ik het allemaal op me in laat werken, gaan we het oude centrum van Millesimo in. De terrassen zitten vol maar wij bewandelen de oudste delen van de stad. Rosalba wijst me op allerlei interessante oude gebouwen en hun geschiedenis. Er wordt veel opgeknapt.

De uitstap is voor herhaling vatbaar, vinden we aan het eind van de avond. Wat een rijke avond, denk ik bij mezelf. Veel gezien, veel geleerd en lekker gegeten. We hebben alweer een volgend stadje op het oog.



  • De beslissing
  • Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.